Wie De Ouwehoer binnenstapt, krijgt niet het gevoel zich in een nog relatief nieuw café te bevinden.
Het licht is gedempt, de muren zijn donkerrood. Een wand hangt vol met hertengeweien, met hier en daar een schilderij van een half ontblote dame. De bar presenteert een gigantische whiskycollectie. Alsof de zeemanslieden net zijn vertrokken.
“Een vrouw vroeg eens hoe lang deze zaak er al zat. Toen ik voor de grap zei dat de opening in 1930 was, zei ze: ‘goh, dat is wel te zien.’ Het was het grootste compliment dat wij kunnen krijgen.”